ID: 10794
Kuyper, Eric de - Bruxelles, here I come (1993 1e dr.)
€6,50
Geen aanbiedingen geplaatst
Omschrijving
Kuyper, Eric de - Bruxelles, here I come
Nieuwe taferelen uit de Antwerpse en Brusselse tijd
Nijmegen, De Sun, november 1993, 1e druk
Paperback met flappen
14 x 22 cm.
160 Bladzijden
NIEUW. ONGELEZEN
Het kan natuurlijk liggen aan de onlangs in het Centraal Museum te Utrecht gehouden tentoonstelling van de Belgische schilder James Ensor, maar de titel van Eric de Kuypers nieuwste autobiografische geschrift riep onweerstaanbare associaties op met Ensors schilderij 'De inkomst van Christus in Brussel'. Bij nader inzien is die vergelijking misschien helemaal zo gek nog niet. Want net als het schilderij van Ensor staat het boek vol met op het eerste gezicht kleurrijke mensen, een grote verscheidenheid aan gebeurtenissen en groteske details. Gebruikt Ensor het groteske echter als een welbewust gekozen vorm, bij De Kuyper lijkt het vooral voort te vloeien uit zijn (ook door hemzelf veelvuldig aangehaalde) naïviteit. Tegelijk dringt zich de vraag op of en in hoeverre die enorme onbevangenheid niet een pose is, een masker, zoals veel van Ensors figuren een masker dragen en verscheidene door De Kuyper beschreven personen bepaald niet zouden misstaan in een roman (zoals hij trouwens bewees met zijn korte roman 'Als een dief in de nacht').
Achter de oppervlakkige feestelijkheid van Ensor schuilt een grote somberheid, zoals achter de lichte, ironische verhaaltrant van Eric de Kuyper een grote (naar nostalgie neigende) melancholie schuil gaat. En, om de vergelijking te completeren, zoals Ensor uiteenlopende elementen tot een groot geheel weet te schilderen, zo maakt De Kuyper grote sprongen in de tijd, zonder dat dit uitloopt in een onsamenhangende, fragmentarische collage. Het verhaal behoudt zijn consistentie en continuïteit. Ook sluit dit vijfde deel van de autobiografie naadloos aan bij de vorige delen - 'Aan zee' (1988), 'De hoed van tante Jeannot' (1989), 'Mowgli's tranen' (1990), en 'Grand Hotel Solitude' (1991 en genomineerd voor de AKO-prijs).
In Bruxelles, here I come verhuist de hoofdpersoon (Kuyper schrijft over hem -zichzelf- in de derde persoon enkelvoud) van Antwerpen naar Brussel vanwege zijn studie aan het Institut de Diffusion, waar hij zich zal bekwamen in de theaterkunsten. Naast de theorie staat ook het acteren op het rooster en de student geniet ervan met volle teugen, zoals hij geniet van praktisch alles wat de stad, na Antwerpen, te bieden heeft: hij frequenteert toneel- en filmvoorstellingen, waagt zich voor het eerst aan het schrijven van kritieken en bezoekt enkele keren het theaterfestival van Avignon.
Het 'gewone' leven lijkt ondertussen aan hem voorbij te gaan: ondanks enkele warme vriendschappen die zich voornamelijk bewegen op (alweer) het vlak van de kunst knoopt hij geen vaste relatie aan, hoewel zijn omgeving enkele malen op die mogelijkheid zinspeelt. In zijn beschouwing achteraf verbaast de hoofdrolspeler zich hier af en toe ook over, maar wat er aan erotiek en seksualiteit opbloeide stond nog uitsluitend in een theatraal referentiekader, de eros van het theater.
De Kuyper besteedt, net als in de voorgaande delen, weer veel aandacht aan het wel en wee van de familie (ooms, tantes, moeder en de broer bij wie hij geruime tijd in Brussel woont), zodat er, naast een minitieuze beschrijving van de ontwikkelingen van de hoofdpersoon, een immer uitdijende familiekroniek ontstaat.
Kosten van verzending (Nederland: € 4,25; Europa: € 11,99) ten laste van koper
Nieuwe taferelen uit de Antwerpse en Brusselse tijd
Nijmegen, De Sun, november 1993, 1e druk
Paperback met flappen
14 x 22 cm.
160 Bladzijden
NIEUW. ONGELEZEN
Het kan natuurlijk liggen aan de onlangs in het Centraal Museum te Utrecht gehouden tentoonstelling van de Belgische schilder James Ensor, maar de titel van Eric de Kuypers nieuwste autobiografische geschrift riep onweerstaanbare associaties op met Ensors schilderij 'De inkomst van Christus in Brussel'. Bij nader inzien is die vergelijking misschien helemaal zo gek nog niet. Want net als het schilderij van Ensor staat het boek vol met op het eerste gezicht kleurrijke mensen, een grote verscheidenheid aan gebeurtenissen en groteske details. Gebruikt Ensor het groteske echter als een welbewust gekozen vorm, bij De Kuyper lijkt het vooral voort te vloeien uit zijn (ook door hemzelf veelvuldig aangehaalde) naïviteit. Tegelijk dringt zich de vraag op of en in hoeverre die enorme onbevangenheid niet een pose is, een masker, zoals veel van Ensors figuren een masker dragen en verscheidene door De Kuyper beschreven personen bepaald niet zouden misstaan in een roman (zoals hij trouwens bewees met zijn korte roman 'Als een dief in de nacht').
Achter de oppervlakkige feestelijkheid van Ensor schuilt een grote somberheid, zoals achter de lichte, ironische verhaaltrant van Eric de Kuyper een grote (naar nostalgie neigende) melancholie schuil gaat. En, om de vergelijking te completeren, zoals Ensor uiteenlopende elementen tot een groot geheel weet te schilderen, zo maakt De Kuyper grote sprongen in de tijd, zonder dat dit uitloopt in een onsamenhangende, fragmentarische collage. Het verhaal behoudt zijn consistentie en continuïteit. Ook sluit dit vijfde deel van de autobiografie naadloos aan bij de vorige delen - 'Aan zee' (1988), 'De hoed van tante Jeannot' (1989), 'Mowgli's tranen' (1990), en 'Grand Hotel Solitude' (1991 en genomineerd voor de AKO-prijs).
In Bruxelles, here I come verhuist de hoofdpersoon (Kuyper schrijft over hem -zichzelf- in de derde persoon enkelvoud) van Antwerpen naar Brussel vanwege zijn studie aan het Institut de Diffusion, waar hij zich zal bekwamen in de theaterkunsten. Naast de theorie staat ook het acteren op het rooster en de student geniet ervan met volle teugen, zoals hij geniet van praktisch alles wat de stad, na Antwerpen, te bieden heeft: hij frequenteert toneel- en filmvoorstellingen, waagt zich voor het eerst aan het schrijven van kritieken en bezoekt enkele keren het theaterfestival van Avignon.
Het 'gewone' leven lijkt ondertussen aan hem voorbij te gaan: ondanks enkele warme vriendschappen die zich voornamelijk bewegen op (alweer) het vlak van de kunst knoopt hij geen vaste relatie aan, hoewel zijn omgeving enkele malen op die mogelijkheid zinspeelt. In zijn beschouwing achteraf verbaast de hoofdrolspeler zich hier af en toe ook over, maar wat er aan erotiek en seksualiteit opbloeide stond nog uitsluitend in een theatraal referentiekader, de eros van het theater.
De Kuyper besteedt, net als in de voorgaande delen, weer veel aandacht aan het wel en wee van de familie (ooms, tantes, moeder en de broer bij wie hij geruime tijd in Brussel woont), zodat er, naast een minitieuze beschrijving van de ontwikkelingen van de hoofdpersoon, een immer uitdijende familiekroniek ontstaat.
Kosten van verzending (Nederland: € 4,25; Europa: € 11,99) ten laste van koper